Wij werken al jaren mee aan meerdere ecologische onderzoeken. Zo ook naar het effect van kleine windmolens op vogels en vleermuizen. Uit onderzoek is herhaaldelijk gebleken dat vogels doorgaans weinig moeite hebben om windmolens te ontwijken. Erik Katovich ontdekte dat het bouwen van turbines geen waarneembaar effect had op vogelpopulaties. Die geruststellende bevinding hield stand, zelfs toen hij specifiek keek naar grote vogels zoals haviken, gieren en adelaars waarvan veel mensen denken dat ze bijzonder kwetsbaar zijn om te worden geraakt.
Veel studies hebben de effecten op specifieke locaties of op specifieke vogelsoorten geanalyseerd. Maar weinigen hebben gekeken naar de effecten op dieren in het wild op populatieniveau. Erik Katovich, econoom aan de Universiteit van Genève, heeft hier onderzoek naar gedaan. Hij ging er redelijkerwijs van uit dat als windturbines de vogelpopulaties zouden schaden, de aantallen zouden dalen op plaatsen waar nieuwe turbines zijn gebouwd. Hij ontdekte dat het bouwen van turbines geen waarneembaar effect had op vogelpopulaties.
Maar Dr. Katovich beperkte zijn analyse niet alleen tot windenergie. Hij onderzocht ook de olie- en gaswinning. Uit een vergelijking van vogelpopulaties met de locaties van nieuwe gasputten bleek dat het aantal vogels gemiddeld met 15% daalde toen nieuwe putten werden geboord, waarschijnlijk als gevolg van een combinatie van lawaai, luchtvervuiling en de verstoring van rivieren en vijvers waar veel vogels van afhankelijk zijn. Toen er werd geboord op plaatsen die door de National Audubon Society waren aangewezen als "belangrijke vogelgebieden", daalde het aantal vogels in plaats daarvan met 25%.
Kortom: nóg een reden om windenergie te verkiezen boven fossiele brandstoffen.
Dit artikel verscheen in de sectie Science and Technology van de gedrukte editie onder de kop "Wind turbines are friendlier to birds than oil-and-gas drilling".